Het verhaal van Nereida

Na tien jaar Rotterdamse wijkverpleging maakte verpleegkundige Nereida (34) dit voorjaar de overstap naar het Yulius Centrum voor Spoedeisende Psychiatrie (CSP) in Sliedrecht. Ze werkt op de open afdeling met cliënten die er in de laatste fase van hun opname toewerken naar terugkeer naar huis. “Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn keuze. Het is bijzonder dat ik op een kwetsbaar moment naast een cliënt mag staan.”

Ik mag cliënten bijstaan op een kwetsbaar moment in hun leven

Zaadje geplant achter de voordeur
Tijdens haar opleiding tot verpleegkundige, liep Nereida onder andere stage op een gesloten afdeling in de ggz. “Dat maakte toen al indruk. Ik voelde dat het iets was wat bij me paste.” Na haar afstuderen ging ze werken in de wijkverpleging in Rotterdam. “Een heel waardevolle tijd,” blikt ze terug. “Achter de voordeur kom je veel psychische problematiek tegen, dat vraagt om empathie, vindingrijkheid en creativiteit. Als verpleegkundige moet je leren omgaan met cliënten die bijvoorbeeld in de war zijn, angstig of achterdochtig. Dat heeft mijn interesse in de ggz alleen maar versterkt.” Later, als zelfstandig verpleegkundige, draaide ze een dienst op de Yulius-locatie voor jongeren in Barendrecht. “Toen wist ik het zeker: dit is het werk waarin ik verder wil.”

Keuze voor Yulius
Nereida begon te zoeken naar mogelijkheden binnen de psychiatrie. “Ik heb gesolliciteerd bij verschillende organisaties en bij Yulius en bezocht ook de Banenmarkt Acute Psychiatrie afgelopen februari. Daar sprak ik met toekomstige collega’s, en ik voelde meteen: dit is het. Hier wil ik werken.” Wat opviel was de fysieke omgeving van het CSP. “Het is hier ruim, licht en kleurrijk. Geen kille kliniek, maar een prettige, menselijke plek. Ik merk ook nu dat dat echt helpt om cliënten tot rust te laten komen. Wat ik ook mooi vind aan de cultuur hier is dat er altijd wordt gekeken naar wat wél kan. In het belang van de cliënt zoeken we naar mogelijkheden, vooral als iemand de zorg hier echt nodig heeft.”

In haar element als het spannend wordt
Nereida is met veel plezier onderdeel van het team. “Het is mooi, écht mensenwerk dat we doen. Cliënten vormen op afdeling 1 eigenlijk een soort woongroep. Ze zorgen samen voor dagelijkse dingen zoals broodmaaltijden en corveetaken. Sommigen gaan vanuit hier naar werk. Er zijn ook cliënten die oefenen met meer vrijheden, zoals een nachtverlof. Dat helpt om weer stappen naar zelfstandigheid te zetten.” Cliënten hebben vaak een pittige periode achter de rug, en zijn onderweg naar terugkeer naar huis. “Het feit dat ik in die fase een stukje met ze mag meelopen, soms letterlijk als we naar buiten gaan, voelt heel waardevol.”

Nereida legt uit dat het verloop van haar werkdag nauwelijks te voorspellen is. “Soms lijkt het aan het begin van de dag alsof alles in rust is, en kabbelt de dag in harmonie voort. Maar een paar uur later kunnen dezelfde cliënten ineens veel onrust ervaren of geraakt worden door iets wat niemand zag aankomen. Veel cliënten kunnen hun ongemak niet goed verwoorden. Die spanning of verwarring zie je dan terug in hun gedrag. Het vraagt van ons dat we goed observeren, afstemmen en tussen de regels door leren luisteren. Juist in die momenten voel ik me op mijn plek. Dan komt mijn alertheid en invoelend vermogen goed van pas; ik ben dan eigenlijk in mijn element.”

Luisteren zonder oordeel
Wat volgens haar essentieel is in dit werk? “Oprecht luisteren, zonder oordeel. Je moet iemand als mens blijven zien, niet als een diagnose of ‘probleem’. Als een cliënt je in vertrouwen neemt, ook al zegt die iets wat buiten jouw eigen ervaringen valt, dan is het aan jou om dat serieus te nemen, niet om het gek te vinden. Je bent er om veiligheid en vertrouwen te bieden. Ik wil dat cliënten zich mens voelen, dat hun emoties er mogen zijn. Voor mij zit dat in écht contact maken. Ik zal de laatste zijn die iemands gevoelens wegwuift, want emoties zijn er niet voor niets.”

Gewone mensen met een kwetsbaarheid
Ze is duidelijk over hoe ze de cliënten ziet: “Het zijn geen ‘gekken’ zoals sommige mensen dat over cliënten in de ggz helaas nog steeds zeggen. Het zijn gewone mensen, zoals jij en ik, die ergens in hun leven beschadigd zijn geraakt. Die proberen overeind te krabbelen. En daar mogen wij bij ondersteunen, met respect en zonder oordeel.” Ze vertelt over een cliënt die pas op latere leeftijd de diagnose autisme kreeg. “Hij voelt veel onrust vanbinnen, maar vindt het lastig om dat onder woorden te brengen, terwijl hij wél om hulp wil vragen. Dit is soms heel herkenbaar voor mezelf en dat geef ik ook aan. Dit doe ik om mijn cliënt te laten zien en voelen dat hij ook gewoon een mens is. Dan probeer ik zijn signalen te lezen en er gewoon te zijn.”

Samen rond de cliënt
Wat haar motiveert in het werk? “We doen het hier echt samen,” zegt Nereida. “Als team staan we om de cliënt heen. We vullen elkaar aan, signaleren, overleggen, en springen bij waar nodig. Ik observeer veel, en als ik zie dat een collega vastloopt met een cliënt, probeer ik mee te bewegen.”

Nereida herinnert zich een cliënt die worstelde met onrust in het hoofd en suïcidale gedachten. “Ik probeerde met haar in contact te komen, zonder druk. Je blijft zoeken naar een ingang, tot je een kleine opening ziet. En als zo iemand dan toch die stap zet, je aankijkt, begint te praten, dan gebeurt er iets. Ze vertelde wat haar zo overstuur maakte, durfde hulp toe te laten. Ik zag haar ontspannen. Even later at en dronk ze wat en later die dag was ze weer rustig en is ze zelfs nog even naar buiten geweest. Dat zijn betekenisvolle momenten waarop ik er voor iemand mag zijn, precies op dat punt waar het moeilijk is. “Als iemand op z’n kwetsbaarst toch kiest om jou binnen te laten, raakt me dat elke keer weer. Daar doe ik het voor.”

Warme ontvangst en doorgroeien
Vanaf dag één voelde Nereida zich welkom op haar nieuwe werk. “Alles lag klaar, ik kon direct in de systemen werken en ik was drie dagen boventallig ingepland om goed te kunnen landen. Daardoor kon ik rustig mijn plek vinden. Hoewel ik pas sinds 1 april in dienst ben, voelt het alsof ik er al jaren werk. Ik vind het fijn dat er ruimte is om mezelf te blijven ontwikkelen. Zo heb ik al een basiscursus psychiatrie gevolgd, maar ook een praktische opleiding zoals BHV. Die combinatie past goed bij wat dit werk van me vraagt.”